Beetsterzwaag is een streekdorp, ontstaan op een zandrug die van Oud Beets over Beetsterzwaag richting Drachten loopt. Het is vanuit het westen, vanuit Beets uitgegroeid tot een nederzetting waar adel en patriciaat hun buitens stichtten. In 1622 noemde Pier Winsemius het ‘een cleyn dorp in zijn begrijp, tamelijck vruchtbaer, maer veciert met een schone wel behuysde ende bestrate gebuyrte’ en in de tweede helft van de 17de eeuw stonden er in elk geval al vier buitens.
Aan het einde van de 18de eeuw is Beetsterzwaag het voornaamste dorp en steekt de Tegenwoordige Staat van Friesland de lo