[Friesland] is meer dan alleen [meren], [terpen], [dijken] en de [Elfsteden], het is óók een gebied van [veenontginningen], [heidegebieden], [bossen] en [beken]. Samen vormen die het unieke landschap van [Zuidoost-Friesland].
Hier gaat Friesland langzaam over in [Drenthe] en [Overijssel]. Landschappelijk, maar ook wat betreft de cultuurhistorie en de taal. Ten zuiden van de [Tsjonger] liggen ’de [Stellingwerven]’, die tot 1504 zelfstandig waren. Een deel van de bevolking spreekt er [Stellingwerfs], een taal die meer verwant is aan het Drents, het Gronings en he