Het terpdorp Wijnaldum ligt bij de steeds uitbreidende havengebieden van Harlingen. Het heeft een roemrucht verleden: er zijn bijzondere archeologische vondsten gedaan. In de afgelopen jaren was de terpenreeks op de kwelderwallen ten oosten van Wijnaldum speerpunt in dat onderzoek. Op de westflank van deze archeologisch spannende rug stond een aantal staten, waarschijnlijk herenboerderijen. Er was sprake van Oudehuis, Nyehuis, Swingma en Tjitsma; aan het einde van de 18de eeuw waren het al boerderijen.Het dorp heeft een kern met straatjes waar de bebouwing zich aan geen rooilijn heeft gehouden. Het zijn huizen van een enkele bouwlaag die voornamelijk zijn gebouwd van gele baksteen. Een huis van twee bouwlagen is van steen in appelbloesem kleur. Aan de noordoostzijde van de bebouwing ligt een fraai kaatsveld. De laatgotische kerk aan de zuidzijde van de kern is oorspronkelijk toegewijd aan Sint- Andreas. Het kerkschip was ooit gepleisterd, maar laat na restauratie weer zijn ware gedaante zien die pronkt met een mooi vensterritme. De wrakke toren stortte in 1684 gedeeltelijk in en werd daarna herbouwd. Die werd in 1904 opnieuw vervangen door een door de Leeuwarder architect Jurjen Bruns ontworpen toren. In het fraaie interieur met meubilair uit het tweede kwart van de 18de eeuw is de preekstoel uit 1728 het kunstzinnige middelpunt. Het snijwerk van de kuip met gewrongen en omrankte korintische hoekzuiltjes is in 1728 uitgevoerd door Arjen Lous. Op de panelen zijn bijbelse taferelen gesneden. Met lambrizering, doophek met gesneden deur, vrouwen- en mannenbanken is het een buitengewoon rijk interieur. Ten zuiden van de kerk staat de 18de-eeuwse consistorie en ten oosten ‘’t Slotsje’, een grote pastoriewoning in een aardige mengstijl.Wijnaldum is aan de oostzijde ontsloten door een weg die langs het buurschap Foarryp naar Getswerderzijl loopt. Bij Foarryp ligt te midden van de hoge akkers een klein natuurreservaat van jong cultuurbos, laag grasland en een plas met slikoevers. De vegetatie heeft een zilt karakter.