Tijnje heeft zich als streekdorp pas in de tweede helft van de 19de eeuw gevormd op het grondgebied van het dorp Terwispel en heeft de zelfstandige status als dorp pas omstreeks 1915 gekregen. Op de kaart Schotanus van de grietenij Opsterland uit het begin van de 18de eeuw is op de plaats waar Tijnje zou ontstaan nog niets aangegeven. Op de kaart uit de atlas van Eekhoff uit 1848 bestond het dorp uit weinig bebouwing aan weerszijden van een weg die tussen de uitgeveende plassen liep: de Hooiweg die vanuit het zuiden van Luxwoude kwam.Bij het latere dorp staat ‘Luxter Tinie’ aangegeven. Er viel toen weinig te hooien, buiten de wegen was het allemaal water. Die wegen waren de Rolbrêgedyk naar het noorden, richting Beets en de Riperwei richting Ulesprong. Het droogmalen en het in cultuur brengen van de landerijen is een moeizaam proces geweest dat in de 20ste eeuw pas echt tot resultaten leidde. Toch werd al in 1890 een hervormde kerk in de buurschap gebouwd. Het was een uiterst eenvoudige zaalkerk met een rechte sluiting en een grauw gepleisterde voorgevel. De kerk is buiten gebruik.Ten oosten van de Breewei is in 1894 een algemene begraafplaats aangelegd. Het gebied heeft een vijver bij de ingang, fraaie beplantingen en een klokkenstoel met een helmdak waarin een klok uit 1952 hangt. De gereformeerde kerk aan de Rolbrêgedyk is in 1921 tot stand gekomen, een merkwaardig en zeldzaam bouwwerk dat geheel van gewapend beton is opgetrokken. Er is in 1915 aan de Warrewei een Coöperatieve zuivelfabriek gesticht die met directeurswoning een late vernieuwingsstijl vertoont.De oude veenkanalen Tynjerak en Skiterak alsmede de Wijde Wispel zijn in 1956/’57 gedempt. Hierdoor is het karakter van het veendorp, doorsneden van vaarten en wijken, verloren gegaan en er zijn royale ruimten in de dorpskom gevormd. Na de oorlog heeft het dorp aanzienlijke uitbreidingen gekregen aan vooral de zuidwestzijde, waar de autoweg tussen Gorredijk en Akkrum als een winkelhaak omheen loopt.