Streekdorp dat in de late Middeleeuwen is ontstaan en eeuwenlang de hoofdplaats van Schoterland is geweest. De buurt ontwikkelde zich aanvankelijk west-oost langs de Schoterlandseweg, vrij dicht bij de Tsjonger waar een mogelijkheid van passage was. Die is in de Tachtigjarige Oorlog versterkt met een schans, de Schoterschans, die in het rampjaar 1672 nog eens is vernieuwd.Gedurende de 18de eeuw was Oudeschoot een gewild oord voor de elite om buitens, zoals Herema en Jagtlust, aan te leggen. De meeste werden gesticht in het later zelfstandig geworden Oranjewoud, in de 18de eeuw nog Schoterwoud genoemd. De in 1828 aangelegde rijksstraatweg van Leeuwarden naar Zwolle gaf het dorp een sterke impuls en groeide het ook aan weerszijden van die weg tot een kruisdorp. Na de oorlog heeft het dorp ten zuiden van de kerk een eigen uitbreiding gekregen. Daarna is de rijksweg iets in oostelijke richting verplaatst waardoor de dorpskern van de oostelijk gelegen streek is afgesneden. Intussen was de plaats Heerenveen in zuidelijke richting zo sterk gegroeid dat dit gedeelte van Oudeschoot als zelfstandig dorp werd opgeslokt door de grote buur en werd tot Heerenveen-Zuid. Dat proces is versterkt toen onlangs de weg tot autosnelweg is omgebouwd. Alleen de streek ten oosten van de snelweg wordt nog als Oudeschoot beschouwd.De kerk staat op een tamelijk hoog kerkhof en dateert uit 1752. Zij is een zaalkerk met een driezijdig gesloten koor, door lisenen gelede gevels en een vrijwel gesloten voorgevel met klauwstukken. Op de gevel staat een houten torentje met een ingesnoerde spits. Aan de Wolvegaasterweg en Schoterlandseweg, het oude wegenkruis, staat nog een aantal representatieve woningen en andere gebouwen uit het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw, waaronder een wit gepleisterde, voormalige herberg. Aan de andere kant van de snelweg strekt zich de Julia Jan Woutersstichting uit, een breed gebouw in neorenaissance- stijl dat in 1901 het oude Veenwijk verving en oorspronkelijk bedoeld was voor bejaarde dames.